
Hallo allemaal,
We hadden jullie beloofd nog een update te sturen over Fenrir en Odin — dus bij deze!
Vanuit het menselijk perspectief:
Bij Fenrir was het ijs meteen gebroken; hij kwam al snel gezellig knuffelen en deed alsof hij hier altijd al woonde. Odin had in het begin een beetje aanmoediging nodig (in de vorm van een snoepje op dag 1
), maar al op dag drie kwam ook hij vrolijk zijn aaitjes opeisen.
De eerste dagen hebben ze wat moeten niezen, maar dat is ondertussen volledig voorbij. Ze doen het allebei supergoed!
Vanuit de koninklijke katten zelf:
Hallooo, kennen jullie ons nog? Wij zijn Fenrir, en dat daar is mijn broer Odin!
Odin: “Tuurlijk kennen ze ons nog, Fen, niet zo druk doen…”
Fenrir: “Ja, ik ben dus Fenrir hè! Goh, wat amuseer ik mij hier. Wisten jullie dat ik gewoon mee onder de lakens mag slapen? Onze onderdanen maken zelfs plaats, waar ík ook wil liggen. Heerlijk!
Ze zijn wel een beetje lui, hoor… Elke avond moet ík mijn speeltje brengen om hen bezig te houden. Ze denken dat ik graag speel, maar eigenlijk houd ik hen fit! Slim, hè?”
Odin: “Fenrir, nu is het even mijn beurt. Mij kennen jullie ook nog wel, toch? Goh, ik was in het begin wat onzeker, maar ze hebben me hier al snel omgekocht met snoepjes. Op dag één ben ik al gezwicht — niet echt volgens mijn principes, maar ze deden zo hun best om mij thuis te doen voelen.
Nu maak ik daar handig gebruik van: een paar keer miauwen en hoppa, daar komen de snacks! Ze noemen me inmiddels ‘Ootje het frikandellenbroodje’… tja, daar moet ik het maar mee doen.
Ook ik mag lekker op bed slapen, al verkies ik overdag onder de dekens te kruipen — lekker warm nu het buiten kouder wordt.”
Fenrir: “Oh, en nog iets hé — wij houden allebei van lekker eten! We staan hier luidkeels te miauwen zodra er iets met eten te maken heeft. Het was ons bijna gelukt om twee keer ontbijt te krijgen… jammer genoeg communiceren onze baasjes iets te goed met elkaar. Volgende keer lukt het vast!”
Wij vermaken ons hier prima en voelen ons helemaal thuis!
Dikke knuffels en pootjes van,
Fenrir & Odin (en hun dankbare onderdanen Levi & Boukje) 


